Infuus prikken

Als je ziek bent of geopereerd wordt, kan je een infuus krijgen.

Wat is een infuus?

Bij een infuus krijg je een prikje, meestal in je hand of je arm (elleboogplooi). Na dit prikje blijft er een dun pastic buisje in je ader zitten. Langs dit buisje kan je dan medicijnen krijgen of ‘vloeibaar’ eten.
Als de dokter jouw bloed wil laten onderzoeken kan dit ook worden afgenomen via dit infuus. Op deze manier hoef je niet nog een keer geprikt te worden.

In de onderzoekskamer

Het prikken van een infuus gebeurt meestal in de onderzoekskamer. Hier staat een onderzoekstafel. Dit is een lange smalle tafel. Je mag op die tafel gaan liggen of zitten. Papa of mama mogen steeds bij jou blijven. Als je liever bij papa of mama op de schoot wil zitten, mag dit ook.

Een prikje in je hand of arm

Een infuusprik gebeurt meestal in je hand of arm. De verpleegkundige kijkt eerst aan beide kanten om het beste plekje te zoeken voor de prik.

Dan krijg je een band om je arm die strak wordt aangetrokken. Dit heet een ‘knelband’. Het voelt een beetje vreemd. Door deze band kan de verpleegkundige beter jouw bloedvaten zien en is het makkelijker om een goede prikplek te vinden. Soms klopt de verpleegkundige zachtjes op je arm. Ook dit is om beter te kunnen zien waar er geprikt kan worden.

Een prikje zonder pijn

Een prik kan pijn doen. Als jij dat wil, kan je op voorhand een zalfje en een pleister op de prikplaats krijgen. Hierdoor voel je veel minder van de prik.

Je voelt het prikje ook minder als je je arm slap houdt. Dit kan door bijvoorbeeld eerst een vuist te maken en hem dan weer los te laten. Samen met mama of papa kan je dit op voorhand oefenen.

Een prikje duurt niet lang

Voor het prikje maakt de verpleegkundige je hand of arm schoon met een ontsmettingsdoekje. Dit voelt koud aan en heeft een speciale geur. Nu moet je je arm goed stil houden. Papa of mama kan je hier steeds bij helpen. Dan komt de prik met de infuusnaald.

Een infuusnaald bestaat uit twee delen: een naald en daaromheen een dun plastic buisje. Met de naald wordt het plastic buisje in je hand of arm gedaan. Het plastic buisje wordt dan vastgeplakt met pleisters. Een infuus moet goed blijven zitten. Daarom dat dit ook zo goed wordt vastgeplakt.

Aan het plastic buisje wordt dan een plastic kabel gemaakt. Aan deze kabel hangt dan een zak met medicijnen of ‘vloeibaar’ eten.

Ben je een beetje bang?

Als je toch een beetje bang bent, kunnen volgende tips je misschien helpen:

  • Rustig ademhalen helpt als je bang bent. Haal diep adem door je neus, laat je buik zwellen, tel tot drie en adem langzaam uit door je mond. Ook dit kan je op voorhand oefenen met je mama of papa.
  • Tijdens het prikken kan je ook de hand van mama of papa vasthouden. Als het pijn doet, kan je daar in knijpen. Of misschien vind je het fijn als iemand over je rug wrijft.
  • Je kan maar aan één ding tegelijk denken. Dus probeer jezelf een beetje af te leiden. Bijvoorbeeld samen met mama of papa in een boekje kijken, of bellen blazen, of een koptelefoon met je lievelingsmuziek,…

Dit ga je zien:

Het plastic buisje wordt dan vastgeplakt met pleisters. Een infuus moet goed blijven zitten. Daarom dat dit ook zo goed wordt vastgeplakt.