Ik blijf een dagje
Soms moet je een dagje in het ziekenhuis blijven voor een onderzoek of een operatie. Dit kan best een beetje spannend zijn. Hieronder zie en lees je wat je kan verwachten.
Wat mag je zeker niet vergeten?
Vergeet zeker je kids-ID en je knuffel niet. De dokter wil je knuffel ook graag onderzoeken. Als je een tutje hebt of uit een flesje drinkt, mag je dat ook meebrengen.
Vraag aan mama om overal jouw naam op te schrijven.
Je mag niet eten en niet drinken
Kom je voor een operatie? Dan mag je vanaf middernacht niet meer eten en drinken (ook geen water!).
Ook voor sommige onderzoeken mag je niet meer eten of drinken. De dokter vertelt je dit op voorhand.
In het ziekenhuis
In de grote inkomhal mag je je eerst aanmelden aan een inschrijvingsautomaat. Hiervoor heb je jouw kids-ID nodig.
De automaat geeft je een nummertje voor bij de inschrijvingen. Als jouw nummertje op het grote bord verschijnt, mag je naar de onthaalmedewerker gaan. Ze helpt je mama met het invullen van enkele papieren.
Aan jou geeft de onthaalmedewerker een speciaal armbandje. Dit moet je de hele dag aanhouden. Er staat je naam en geboortedatum op.
Kies de gang met letter C, en neem de trap of lift naar de eerste verdieping.
Eventjes spelen en dan naar je kamer
Je mag in de dagzaal spelen tot de verpleegkundige je komt roepen.
Ga ook even op de weegschaal staan. De verpleegkundige vraagt je straks hoeveel je weegt.
Jouw kamer met een bed op wieltjes
De verpleegkundige komt je roepen. Samen ga je naar jouw kamer. Aan jouw kamer hangt een bordje met een diertje en je naam.
Soms lig je alleen. Soms lig je samen met een ander kindje.
De verpleegkundige praat even met jou en met je mama. Ze neemt ook je temperatuur.
Nu mag je gaan spelen in de speelzaal.
Om de speelzaal te vinden, volg je de blauwe eendenpoten.
Naar de operatiezaal
De verpleegkundige komt je roepen als je bijna naar de operatiezaal mag gaan. Je moet eerst even gaan plassen.
Mama helpt je een speciaal operatieschortje aan te doen. Dit lijkt een beetje op een kleedje.
Je krijgt ook een medicijn. Hier word je een beetje moe van. Soms moet je er ook van lachen.
In jouw bed word je naar de operatiezaal gebracht. Daarom dat je bed wieltjes heeft. Mama mag mee. En ook je knuffel.
Mama mag de hele tijd bij je blijven. Ze moet wel een groene schort aandoen en een groene muts opzetten. Jij hoeft dat niet.
In de voorbereidingsruimte mogen jullie samen even wachten.
Bij de slaapdokter
In de operatiezaal mag je zelf op de tafel gaan liggen. Of mama legt je erop. De tafel voelt een beetje koud aan. Mama blijft bij je.
De verpleegkundige plakt plakkers op je buik. Op de plakkers zet ze klemmetjes die op vlindertjes lijken. Hiermee kan de dokter je hartslag zien.
De verpleegkundige zet ook een toverlampje op je vinger. Hiermee kan ze de hoeveelheid zuurstof in je bloed meten.
Op het scherm kan je dit zelf ook zien. Het zijn allemaal rare lijnen.
De slaapdokter heeft een masker voor haar mond. Jij krijgt ook een masker. Het maskertje kan een beetje raar ruiken.
Nu mag je een paar keer goed blazen. En dan val je langzaam in slaap. Ga je proberen tot 10 te tellen?
Rustig wakker worden
Als je wakker wordt, lig in je een andere kamer. Dit heet een uitslaapkamer. Mama zit naast je als je wakker wordt. Het is soms een beetje moeilijk om wakker te worden.
Ben je goed wakker? Dan word je terug naar jouw kamer gebracht. Wil je graag rustig televisie kijken of weer gaan spelen? Jij mag kiezen.
Heb je pijn? Zeg het dan tegen mama. Dan komt de verpleegkundige even kijken.
Met eten en drinken moet je nog even wachten. De verpleegkundige komt je zeggen als je een beetje mag drinken.
Lukt dat goed? Dan mag je een uurtje later ook een beetje pudding of yoghurt eten.
Naar huis!
De operatiedokter komt kijken hoe je je voelt. De operatiedokter zegt ook wanneer je naar huis mag. Je hoeft niet in het ziekenhuis te blijven slapen.
Mag je naar huis? Joepie!
Voor mama en papa